Om klimaatneutraal te zijn in 2050 heeft het kabinet als doel gesteld dat de Nederlandse CO2-uitstoot in 2030 met 55% verminderd moet zijn. Het realiseren van energiehubs kan hieraan bijdragen, bleek uit onderzoek van RoyalHaskoningDHV in oktober 2023. Het zou vier tot zes megaton CO2-uitstoot kunnen besparen in 2030, zo’n vier procent van de totale huidige CO2-uitstoot. De overheid stelde vervolgens 166 miljoen euro ter beschikking voor de realisatie van energiehubs. Uit onderzoek van TenneT blijkt nu echter dat energiehubs in congestiegebied beperkt mogelijk zijn.
Energiehubs zijn lokale samenwerkingen tussen meerdere partijen (meestal bedrijven). Binnen zo’n energiehub stemmen bedrijven lokaal hun elektriciteitsvraag en -aanbod op elkaar af. Hierdoor is er minder ruimte nodig op het elektriciteitsnet, wat netcongestie (overbelasting van het net) beperkt. Ook is het voor bedrijven binnen de energiehub mogelijk om de beschikbare ruimte op het net te delen. Heeft een bedrijf op een bepaald moment geen stroom nodig, dan kunnen ze dit aanbieden aan een ander bedrijf binnen de hub.
RoyalHaskoningDHV heeft in haar onderzoek gekeken naar het effect van energiehubs in 2030 in vergelijking met 2021. Uit die vergelijking komen volgens de onderzoekers drie effecten naar voren. Ten eerste dat een energiehub bijdraagt aan een snellere verduurzaming van een bedrijventerrein. De duurzame maatregelen gaan zelfs verder dan wanneer er geen energiehub is. Als tweede effect noemen ze dat er meer projecten worden gerealiseerd om duurzame energie op te wekken. Het derde effect is dat energiehubs ervoor zorgen dat er meer netcapaciteit vrijkomt voor laadpalen.
Nu blijkt echter uit onderzoek van TenneT en de regionale netbeheerders Stedin en Liander, dat de ruimte voor extra elektriciteitsgebruik - door het toepassen van flexibele contracten waarbij energieverbruik in de tijd verplaatst wordt, zoals onder meer binnen een energiehub aan de orde kan zijn - minimaal is. De profielen van TenneT en de regionale netbeheerder sluiten lang niet altijd op elkaar aan, pieken vallen niet altijd samen. Zo ziet TenneT op de hoogspanningsnetten ook buiten de ochtend- en avondpiek een piekbelasting. Deze piekekn laten zich moeilijk voorspellen, mede door de impact van het weer. Zo zijn er grote windparken aangesloten op het hoogspanningsnet, maar op welke momenten het hoe hard waait is lastig te voorspellen.
Het gevolg hiervan is dat in de congestiegebieden Flevopolder, Gelderland en Utrecht (FGU) geen ruimte is voor extra elektriciteitsverbruik door grootverbruikers, door het schuiven in de tijd van hun elektriciteitsvraag. In de praktijk betekent dit dat energiehubs op bedrijventerreinen in de regio FGU voorlopig maatwerk zijn. Wat Tennet kan doen doet ze, maar de mogelijkheden zijn minimaal.
De netbeheerders betreuren dat initiatiefnemers van slimme oplossingen, waaronder energiehubs, deze lastige boodschap krijgen. VNO-NCW laat in een reactie weten het een enorme domper te vinden. De provincie Gelderland betreurt het dat de energiehubs die in de provincie in ontwikkeling zijn, die eigenlijk bijdragen aan het ontlasten van het stroomnetwerk, vertraging lijken op te lopen. Zij roept TenneT op om samen met de geplande hubs te kijken onder welke condities het toch kan, alsook roept zij op tot een landelijke pilot.
Deze gerelateerde verhalen