Pinky Maastricht

De vier Pinky snoep- en ijswinkels van Hans Kerckhoffs zijn niet meer weg te denken uit het Maastrichtse straatbeeld. Het concept is een groot succes vanwege de aandacht en interesse voor de klant en proactief reageren op veranderingen in de markt.

Het idee voor Pinky is geboren door de verkoop van drop in de drogisterij van mijn ouders. Al snel bleek dat je op een relatief klein aantal vierkante meters een flinke omzet met goede marges kon draaien. Zodoende zijn zij op het idee gekomen om een aparte snoepwinkel te beginnen. Omdat de kleur hardroze dominant was in het ontwerp van de winkel kozen zij voor de naam Pinky. Dat was in 1985.

Op het juiste moment je kansen pakken

Intussen hebben we meerdere Pinky’s in Maastricht. Maar groeien om het groeien, daar doe ik niet -meer- aan mee sinds ik winkels in Sittard en Heerlen heb moeten sluiten. Sindsdien ben ik een stuk voorzichtiger. Als ik al zou uitbreiden, dan denk ik aan Eindhoven. Dat heeft te maken met het feit dat een Pinky alleen ‘werkt’ in een stad waar voldoende toeristen komen. Ook doe ik geen concessies qua locatie voor mijn winkels. Ze draaien alleen optimaal als ze op de juiste hoek van een winkelstraat liggen. Maar, die zijn zo gewild, die vind ik alleen via via en als het mij wordt gegund. Mijn vier winkels verschillen onderling wel qua assortiment omdat er anders kannibalisme optreedt omdat zij niet al te ver van elkaar af liggen.

Met de verkoop van het snoep ging het goed tot medio jaren negentig. Daarna raakte de zoetwarenmarkt langzaamaan verzadigd vanwege de steeds grotere concurrentie van onder andere supermarkten en tankstations. Proactief hebben wij daarom, ook mede door de veranderende behoefte van de consument, ons assortiment uitgebreid. Naast snoep zijn we toen softijs, frisdranken en vers gemaakte Luikse wafels, en uiteindelijk ook ambachtelijk schepijs gaan verkopen. Dat laatste bleek vooral een goeie zet omdat de ijsverkoop sindsdien alleen maar is gestegen. Maar ik overweeg niet om een monostore te beginnen omdat ik het idee heb je met zo’n type winkel (waar je een product in verschillende smaken verkoopt) vooral korte termijn successen boekt. Wel geloof ik in dat concept als het een pop-up store betreft zoals de Van Delft pop-up pepernootwinkel die hier om de hoek eens heeft gedraaid. Die verkopen op het juiste moment van het jaar het juiste product.

Wij verkopen intussen in onze winkels 52 weken per jaar ijs. Het weer speelt voor de ijsconsumptie intussen een veel minder grote rol dan men denkt. Net zoals het traktatie- en beloningsgehalte dat een ijsje vroeger had. De ijsconsumptie is in Nederland meer en meer een onderdeel van de dagelijkse consumptie aan het worden. Al liggen we qua verbruik nog wel achter op landen zoals Noorwegen, Zweden en Engeland. Maar we lopen gestaag in.

Persoonlijke aandacht van Audax Renewables