Full disclosure is in gang getreden op 1 januari 2020. Sindsdien geldt de verplichting voor energieleveranciers om alle geleverde elektriciteit aan afnemers te onderbouwen met certificaten. Uit onderzoek van het ACM blijkt dat vrijwel alle elektriciteit die in 2020 in Nederland is geleverd, is onderbouwd met certificaten. Energieleveranciers voldoen dus aan eis van volledige transparantie op het stroometiket.
Full disclosure, oftewel volledige transparantie, houdt in dat het gehele stroometiket van de energieleverancier wordt verantwoord aan de hand van certificaten. Met het stroometiket kunnen afnemers zien welke elektriciteit de leverancier levert. Zo kan het worden vergeleken met het stroometiket van andere leveranciers.
Het nieuwe element in de full disclosure regeling is dat ook geleverde ‘grijze’ elektriciteit onderbouwd moet worden met een certificaat van oorsprong. De afnemer kan dan zien uit welke fossiele bron de elektriciteit is opgewekt. De verwachting was dat afnemers een bewustere keuze gaan maken voor het type elektriciteit dat zij willen afnemen. Voorheen was het alleen noodzakelijk voor duurzame elektriciteit.
Voor de gehele certificering van energie in Nederland is CertiQ verantwoordelijk.
Kijkend naar 2020 blijkt dat het merendeel van de opgewekte elektriciteit wordt opgewekt door aardgas. Wel geteld driekwart van de totale CvO’s. Certificatenbeheerder CertiQ heeft in 2020 namelijk 73 TWh aan CvO’s aangemaakt, waarvan bijna 56,9 TWh op basis van aardgas. Steenkool volgde daarna met 6,9 TWh, dan kernenergie met 5,5 TWh, grijs huishoudelijk afval met 1,2 TWh en dan is er nog een restcategorie ‘overig’ van 2,6 TWh.
In 2020 werd ruim een kwart (31 miljard kilowattuur/ kWh) van alle elektriciteit opgewekt uit duurzame bronnen. Deze stroom wordt voornamelijk opgewekt door windmolens, biomassa en zonnepanelen. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2019. Een mooie groei.